In Nederland kiezen steeds meer woningeigenaren ervoor om zonnepanelen niet alleen op het zuiden, maar ook op oostelijke en westelijke dakvlakken te plaatsen. Die trend wordt versterkt door het advies van installateurs om de opwekking van zonne-energie meer te spreiden over de dag. Hoewel deze opstelling in de winter minder oplevert, kan ze op jaarbasis gunstiger uitpakken door lagere terugleverkosten en een betere aansluiting op het stroomverbruik.
Brede schouders voor de stroomopwekking
Zonnepanelen die pal op het zuiden gericht zijn, leveren rond het middaguur een piek aan vermogen. “Dat lijkt ideaal, maar zo’n smalle piek valt vaak samen met het moment dat het stroomnet al vol zit,” legt Angèle Reinders, hoogleraar Zonne-energie, uit. “Door ook panelen op het oosten en westen te leggen, krijgt de stroomopwekking brede schouders: de productie begint eerder in de ochtend en loopt langer door in de avond.”
Oostelijke panelen zorgen vooral in het voorjaar voor twee extra zonne-uren in de ochtend, wanneer veel huishoudens ontbijten, apparaten aanzetten en de eerste koffie zetten. Westelijke panelen leveren juist stroom in de namiddag en vroege avond, het moment dat veel mensen thuiskomen en verlichting, kooktoestellen en apparaten inschakelen. “Dan is die energie écht nodig,” aldus Reinders.
Advies uit de branche
Ook brancheorganisatie Techniek Nederland juicht een bredere blik toe. “We raden nadrukkelijk aan om bij nieuwe installaties óók naar de oost- en westkant van het dak te kijken,” zegt een woordvoerder. De organisatie wijst erop dat de eindfase van de salderingsregeling hier een grote rol speelt. Tot 2027 mogen huishoudens hun overschot aan zonne-energie nog volledig wegstrepen tegen de stroom die ze later gebruiken. Daarna wordt terugleveren minder rendabel, vooral tijdens de zonnige middaguren waarin zuidgerichte panelen massaal energie het net op sturen.
Winter blijft een uitdaging
Toch kleven er nadelen aan het vermijden van zuidpanelen. Energieleveranciers rekenen op piekmomenten soms extra kosten voor teruggeleverde stroom, maar die pieken treden zelden op in de ochtend of namiddag. Wie echter helemaal geen zuidelijke panelen heeft, kan in de wintermaanden bedrogen uitkomen.
“In de winter geeft de zon pas vanaf een uur of tien effectief energie,” waarschuwt een adviseur van Zonnefabriek. “Als je je panelen alleen maar op oost en west legt om terugleverkosten te vermijden, lever je in de koudste maanden flink in. Dan gebruik je juist meer energie voor verwarming en verlichting, terwijl de opbrengst dan het laagst is.”
Zuidelijke panelen blijven in de winter dus aantrekkelijk, zeker omdat de stroomprijzen in die periode vaak hoger liggen. Wie optimaal wil profiteren, kan de panelen in de winter iets steiler plaatsen om meer zonlicht te vangen. Voor de zomerpieken bestaan er inmiddels oplossingen, zoals thuisbatterijen of het tijdelijk uitschakelen van de omvormer bij een overschot.
Geen standaardoplossing
Deskundigen benadrukken dat de ideale opstelling per woning verschilt. De grootte van het huishouden, het patroon van energieverbruik en het aandeel van de opgewekte stroom dat direct wordt gebruikt, spelen allemaal mee. “We krijgen steeds vaker verzoeken om bestaande installaties aan te passen,” zegt een woordvoerder van Zonneplan. “Maar als iemand overdag veel eigen stroom verbruikt, levert zo’n aanpassing vaak weinig winst op.”
Volgens energie-expert Martien Visser moet men ook niet doorslaan. “Het verschil tussen zuid, oost en west is kleiner dan veel mensen denken. Ja, je kunt je opbrengst iets spreiden, maar verwacht geen wonderen.”

Conclusie
De verschuiving van zuid- naar oost- en westgerichte zonnepanelen is vooral een strategische keuze in aanloop naar het verdwijnen van de salderingsregeling. Wie nu investeert, doet er goed aan een mix van richtingen te overwegen, zodat de opwekking beter aansluit bij het verbruik én bij toekomstige prijsprikkels. Maar één ding staat vast: in de donkere wintermaanden blijft de zon op het zuiden koning.