In noordelijke provincies en Limburg lopen energiekosten hard op – laagste inkomens dreigen buiten energietransitie te vallen
Huishoudens buiten de Randstad betalen structureel meer voor hun energie, en die verschillen worden steeds groter. Vooral in de noordelijke provincies en Limburg lopen de lasten hard op. Ook binnen steden bestaan grote verschillen, blijkt uit nieuw onderzoek van adviesbureau Berenschot in opdracht van energieleverancier Essent.
Grote regionale verschillen
Een gemiddeld gezin in Groningen betaalt maandelijks ruim €105 meer aan energie dan een vergelijkbaar huishouden in Utrecht. Berenschot verwacht dat deze kloof de komende jaren verder groeit, onder meer door de hoge kosten voor uitbreiding van het stroomnet en de energietransitie.
Uit het onderzoek blijkt dat het aandeel van het inkomen dat naar energie gaat uiteenloopt van minder dan 1 procent tot meer dan 15 procent. Daarmee tekent zich een duidelijke energiekloof af in Nederland.
De provincies Groningen (8,0 procent), Drenthe (7,8 procent), Friesland en Limburg (beide 7,5 procent) scoren het slechtst. Utrecht (5,0 procent) en Noord-Holland (5,8 procent) doen het relatief goed. Opvallend: zelfs binnen steden zijn de verschillen groot. In Amsterdam loopt het percentage van 1,5 procent in sommige wijken tot wel 13,5 procent in andere delen van de stad.
Lage inkomens de hardste klap
Volgens Essent-topvrouw Resi Becker geven landelijke gemiddelden een vertekend beeld. „Juist de laagste inkomens hebben vaak de hoogste energielasten, terwijl zij het minst kunnen investeren in verduurzaming”, zegt Becker. „Deze groeiende groep dreigt buiten de energietransitie te vallen.”
Die zorg wordt ondersteund door het recente CBS/TNO-onderzoek Energiearmoede in Nederland 2019-2024. Daaruit blijkt dat inmiddels ruim 510.000 huishoudens in energiearmoede leven, een stijging van 180.000 ten opzichte van 2023.
Oplossingen: fonds en energieloket
Essent pleit voor politieke actie en doet een aantal aanbevelingen. Zo wil het bedrijf een centraal energieloket waar lage inkomens tot 90 procent subsidie kunnen krijgen voor verduurzamingsmaatregelen. Daarnaast moet er een afdwingbaar recht voor huurders komen om woningverduurzaming bij hun verhuurder af te dwingen.
Verder stelt Essent een permanent energiefonds voor, dat in 2026 moet worden opgezet. Dit fonds zou acute financiële hulp aan huishoudens koppelen aan structurele investeringen in woningverduurzaming.
Toenemende urgentie
De oproep van Essent komt op een moment dat de energiearmoede in Nederland blijft stijgen. Terwijl de energietransitie voortschrijdt, groeit de kans dat tienduizenden huishoudens structureel niet meer kunnen meedoen. Volgens Becker is ingrijpen noodzakelijk: „Zonder gericht beleid dreigt een tweedeling, waarbij alleen mensen met een hoger inkomen hun energielasten kunnen verlagen.”