Gasprijzen stijgen de komende vijf jaar door bijmengverplichting en CO₂-taks
De komende jaren staan huishoudens en bedrijven in Nederland voor een aanzienlijke stijging van de gasprijzen. Nieuwe wet- en regelgeving, gericht op het verduurzamen van de energievoorziening en het verminderen van CO₂-uitstoot, zal de kosten van aardgas de komende vijf jaar flink opdrijven. Twee belangrijke maatregelen spelen hierin een centrale rol: de bijmengverplichting van groen gas vanaf 2026 en de invoering van het European Emissions Trading System 2 (ETS2) in 2027. Deze maatregelen zullen naar verwachting leiden tot een prijsstijging van ongeveer 27 cent per kubieke meter (m³) gas, wat neerkomt op een totale stijging van circa 20%. In dit artikel bespreken we de oorzaken, gevolgen en mogelijke maatregelen voor consumenten om met deze prijsstijgingen om te gaan.
Bijmengverplichting: groen gas vanaf 2026
Vanaf 2026 worden energiebedrijven in Nederland verplicht om aardgas deels te vervangen door groen gas. Groen gas, ook wel bekend als biomethaan, wordt geproduceerd uit hernieuwbare bronnen zoals biomassa, organisch afval of mest. Hoewel dit een belangrijke stap is richting een duurzamere energievoorziening, brengt het ook hogere kosten met zich mee. De productie van groen gas is namelijk duurder dan die van conventioneel aardgas, onder meer vanwege de complexere productieprocessen en de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen.
Volgens berekeningen van Overstappen.nl zal de bijmengverplichting leiden tot een prijsstijging van ongeveer 17 cent per m³ gas. Dit komt neer op een stijging van circa 13% ten opzichte van de huidige gasprijzen. Voor een gemiddeld huishouden, dat jaarlijks zo’n 1.200 m³ gas verbruikt, betekent dit een extra kostenpost van ongeveer 204 euro per jaar, enkel door de bijmengverplichting. Deze stijging komt bovenop de reguliere schommelingen in de gasmarkt, die worden beïnvloed door factoren zoals internationale energieprijzen en geopolitieke ontwikkelingen.
De bijmengverplichting is onderdeel van de bredere strategie van de Nederlandse overheid en de Europese Unie om de energietransitie te versnellen. Door aardgas deels te vervangen door groen gas, wordt de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderd en de CO₂-uitstoot verlaagd. Echter, de kosten van deze transitie worden grotendeels doorberekend aan de consument, wat de energierekening verder onder druk zet.
CO₂-taks: European Emissions Trading System 2 (ETS2) vanaf 2027
Een tweede belangrijke factor die de gasprijzen zal opdrijven, is de invoering van het European Emissions Trading System 2 (ETS2) in 2027. Dit nieuwe emissiehandelssysteem van de Europese Unie richt zich specifiek op de CO₂-uitstoot van brandstoffen die worden gebruikt voor verwarming en vervoer, waaronder aardgas. Bedrijven die deze brandstoffen leveren, moeten emissierechten kopen voor de CO₂ die wordt uitgestoten bij het gebruik van hun producten. Deze kosten worden naar verwachting doorberekend aan de eindgebruiker, oftewel de consument.
De Europese Commissie schat dat de ETS2 een extra kostenpost van ongeveer 10 cent per m³ gas zal opleveren. Voor een gemiddeld huishouden betekent dit een aanvullende stijging van 120 euro per jaar, bovenop de kosten van de bijmengverplichting. Samen leiden deze twee maatregelen tot een totale prijsstijging van 27 cent per m³, oftewel een stijging van ongeveer 20% ten opzichte van de huidige gasprijzen.
De ETS2 is bedoeld om de uitstoot van broeikasgassen verder te verminderen en bedrijven en consumenten te stimuleren om te investeren in schonere alternatieven, zoals warmtepompen, isolatie of andere duurzame verwarmingsopties. Hoewel het systeem bijdraagt aan de klimaatdoelen van de EU, zal het op korte termijn de financiële druk op huishoudens vergroten, vooral voor diegenen die sterk afhankelijk zijn van gas voor verwarming en koken.
Gevolgen voor huishoudens en bedrijven
De verwachte prijsstijging van 27 cent per m³ gas heeft verstrekkende gevolgen voor zowel huishoudens als bedrijven. Voor een gemiddeld Nederlands huishouden dat 1.200 m³ gas per jaar verbruikt, betekent dit een totale extra kostenpost van 324 euro per jaar. Voor huishoudens met een hoger gasverbruik, zoals grotere gezinnen of woningen met slechte isolatie, kan dit bedrag aanzienlijk hoger uitvallen. Bedrijven, met name in sectoren zoals de glastuinbouw of de industrie, die grote hoeveelheden gas verbruiken, zullen eveneens worden geconfronteerd met forse kostenstijgingen.
Daarnaast komt de prijsstijging bovenop andere factoren die de energierekening beïnvloeden, zoals de volatiliteit van de internationale gasmarkt, inflatie en mogelijke veranderingen in energiebelastingen. Dit maakt het voor huishoudens en bedrijven steeds belangrijker om te zoeken naar manieren om hun gasverbruik te verminderen en de overstap naar duurzamere alternatieven te maken.
Maatregelen om de impact te beperken
Hoewel de stijgende gasprijzen onvermijdelijk lijken, zijn er verschillende maatregelen die huishoudens en bedrijven kunnen nemen om de impact op hun portemonnee te beperken:
- Energiebesparing en isolatie
Het verlagen van het gasverbruik is de meest directe manier om kosten te besparen. Investeringen in isolatie van muren, daken en vloeren, evenals het plaatsen van dubbel of triple glas, kunnen het energieverbruik aanzienlijk verminderen. Daarnaast kunnen kleine aanpassingen, zoals het gebruik van tochtstrips, radiatorfolie en een slimme thermostaat, al een verschil maken. - Overstappen naar duurzame alternatieven
De prijsstijgingen maken de overstap naar alternatieven zoals warmtepompen, infraroodpanelen of elektrische verwarmingssystemen aantrekkelijker. Hoewel de initiële investeringskosten hoog kunnen zijn, zijn er subsidies beschikbaar, zoals de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE), die de overstap financieel haalbaarder maken. - Energiecontracten vergelijken
Door regelmatig energiecontracten te vergelijken en over te stappen naar een goedkoper contract, kunnen consumenten besparen op hun energierekening. Websites zoals Overstappen.nl bieden tools om snel de beste deals te vinden. - Gedragsveranderingen
Simpele aanpassingen in het dagelijks leven, zoals het verlagen van de thermostaat, korter douchen en het gebruik van energiezuinige apparaten, kunnen het gasverbruik verder terugdringen. - Investeren in zonne-energie
Voor huishoudens die minder afhankelijk willen zijn van gas, kan het installeren van zonnepanelen een slimme keuze zijn. Hiermee kan elektriciteit worden opgewekt voor bijvoorbeeld een warmtepomp of elektrische verwarming, wat de energiekosten op lange termijn verlaagt.
De bredere context: de energietransitie
De stijgende gasprijzen moeten worden gezien in de context van de bredere energietransitie, waarin Nederland en de Europese Unie streven naar klimaatneutraliteit tegen 2050. De bijmengverplichting en de CO₂-taks zijn beide maatregelen die bedoeld zijn om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen terug te dringen. Hoewel deze maatregelen op korte termijn leiden tot hogere kosten voor consumenten, zijn ze op lange termijn essentieel om de klimaatdoelen te halen en de impact van klimaatverandering te beperken.
Tegelijkertijd roepen de prijsstijgingen vragen op over de betaalbaarheid van de energietransitie, vooral voor huishoudens met lagere inkomens. De overheid zal daarom een belangrijke rol moeten spelen in het bieden van ondersteuning, bijvoorbeeld door middel van subsidies, belastingvoordelen of andere compensatiemaatregelen, om te zorgen dat de transitie voor iedereen haalbaar blijft.
Conclusie
De gasprijzen in Nederland zullen de komende vijf jaar aanzienlijk stijgen als gevolg van de bijmengverplichting van groen gas en de invoering van de CO₂-taks via het ETS2. Met een verwachte prijsstijging van 27 cent per m³, oftewel 20%, staan huishoudens en bedrijven voor een flinke financiële uitdaging. Door te investeren in energiebesparing, duurzame alternatieven en slimme energiecontracten kunnen consumenten de impact van deze prijsstijgingen beperken. Tegelijkertijd onderstrepen deze ontwikkelingen het belang van de energietransitie en de noodzaak om gezamenlijk te werken aan een duurzamere en betaalbare energietoekomst.