Nederland schakelt razendsnel over op elektriciteit voor verwarming, mobiliteit en industrie. Dat vergroot de druk op het stroomnet, met wachtrijen voor nieuwe aansluitingen en miljarden aan investeringen in het vooruitzicht. Een nieuwe studie van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) draagt een praktische oplossing aan: prijsprikkels op piekmomenten. Met andere woorden: wie tijdens drukke uren veel vermogen vraagt, betaalt meer — en gaat daardoor anders en vaak minder verbruiken. Uit een veldexperiment onder 611 huishoudens met een elektrische auto blijkt dat dit gedrag daadwerkelijk verschuift en piekbelasting afneemt.
De kern van het experiment
De onderzoekers volgden 611 huishoudens met een EV en vergeleken twee soorten prikkels:
- Capaciteitsprikkel (drempel in kW): boven een bepaald vermogen (bijv. 5 kW) werd elektriciteit flink duurder.
- Tijdafhankelijke prikkel (ToU): alleen tijdens vooraf aangewezen piekuren gold een hoger tarief; daarbuiten normaal.
De effecten liepen uiteen:
- Bij de capaciteitsprikkel verlaagden huishoudens hun piekvermogen (bijv. auto trager laden, apparaten minder gelijktijdig gebruiken). De studie rapporteert o.a. een gemiddelde reductie in afname die overeenkomt met ~8% minder verbruik in de relevante piekmomenten (gemiddeld ~16,5 kWh in de onderzochte context). Dit duidt op echte piekreductie.
- Bij het tijdafhankelijk tarief reageerden huishoudens door het verbruik te verplaatsen naar goedkopere uren (bijv. laadsessies verschuiven). Dat helpt de avondpiek dempen, maar verplaatst het verbruik — het lost pieken dus niet altijd op, het spreidt ze.
“Ons onderzoek laat met echt gedrag van mensen zien dat prijsprikkels zonder meer werken om congestieproblematiek te verminderen,” zegt hoogleraar energie-economie Machiel Mulder (RUG). De conclusie is nuchter: prijzen sturen gedrag — mits het tariefsysteem eenvoudig, voorspelbaar en begrijpelijk is.
Waarom dit ertoe doet: 195–220 miljard tot 2040
De investeringsopgave is enorm. Publieke documenten ramen dat netbeheerders circa €195 miljard moeten investeren tot en met 2040 om het Nederlandse elektriciteitsnet te verzwaren. Sommige analyses komen zelfs iets hoger uit (richting €219 miljard). Hoe deze rekening eerlijk over huishoudens en bedrijven wordt verdeeld, is inmiddels een politiek en maatschappelijk dossier. Prijsprikkels die vraagpieken wegnemen, kunnen die investeringsdruk verzachten en tijd kopen.
Europa zet de lijnen uit: recht op dynamisch én vast
De herziening van het Europese elektriciteitsmarktdesign (2024) benadrukt twee zaken: bescherming én keuzevrijheid. Consumenten krijgen het recht op vaste-prijsovereenkomsten óf dynamische prijscontracten, met duidelijke informatie over de risico’s en werking. Dat maakt brede invoering van slimme tariefprikkels juridisch en praktisch uitvoerbaar — zonder mensen te dwingen tot pure dynamiek als zij stabiliteit willen.
Negatieve prijzen en grilliger uren: waarom sturen loont
Steeds vaker duiken in Europa uren op met (zeer) lage of negatieve prijzen, vooral bij veel zon en wind. Dan is elektriciteit overvloedig, terwijl op winteravonden de vraag piekt en de prijs oploopt. Het verschil tussen dure en goedkope uren wordt groter — en daarmee ook de waarde van vraagsturing: wassen, laden, verwarmen of koelen op de juiste momenten. Tariefprikkels helpen consumenten die beweging te maken.
Hoe de prikkels werken (en voor wie)
Er bestaan grofweg vier “smaken” prijsprikkel:
- Time-of-Use (ToU): vaste piek- en daluren, met hogere/lager prijzen.
- Critical Peak Pricing (CPP): sporadische “alarm”-pieken (bij extreem netkrappe uren) met heel hoge prijs.
- Real-Time Pricing (RTP): uurprijzen volgen de day-ahead markt (bekend van dynamische contracten).
- Capaciteitstarief/drempel (kW): boven een vermogensdrempel wordt het tarief hoger (stuurt op gelijktijdigheid).
De RUG/ACM-studie laat zien dat een kW-drempel mensen helpt hun vermogenspiek te beperken (minder gelijktijdig, trager laden), terwijl ToU vooral tijdsverschuiving veroorzaakt (laden naar daluren). In regio’s waar avonduren “vol” zijn en middaguren met zon “ruim”, is ToU/RT-sturing waardevol; waar lokale kabels vooral last hebben van gelijktijdigheid in woonwijken, werkt een capaciteitsprikkel vaak trefzeker.
Praktisch voorbeeld “5 kW”
- Onder de 5 kW blijven is haalbaar door niet alles tegelijk te doen: EV op 1-fase of lagere laadstroom, kookplaat + oven + droger niet gelijktijdig, warmtepomp met slimme sturing.
- Boven de 5 kW tik je (zeker met een EV-laadsessie op hoge stand of meerdere grootverbruikers tegelijk) al snel aan; de prikkel ontmoedigt die kortdurende piek.
Vlaanderen als spiegel: capaciteitstarief in de praktijk
In Vlaanderen geldt sinds 2023 een capaciteitstarief: een deel van de netkosten is gebaseerd op je maandpiek (kW) in plaats van uitsluitend kWh. Evaluaties laten zien dat dit gedragsverandering oplevert en het net efficiënter wordt gebruikt. Extra relevant: EV-eigenaars bleken hun pieken te verlagen, juist de groep met het grootste piekpotentieel. De Vlaamse regulator publiceert voortgangsrapportages; netbeheerder Fluvius meldde o.a. zichtbare spreiding en lagere pieken bij zwaarverbruikers.
Les uit Vlaanderen: “stuur op kW als het netwerk de bottleneck is, en op uren als het systeem dat vraagt.” Nederland kan die ervaringen benutten en combineren met eigen pilots.
Werkt dit alleen met “slimme meters”?
Ja, in de praktijk heb je een slimme meter nodig om uurprijzen of piekmetingen te kunnen afrekenen en terugkoppeling te geven aan huishoudens. Nederland heeft de uitrol grotendeels afgerond; CBS gebruikt inmiddels data van circa 14,2 miljoen slimme meters (gas + elektriciteit) voor maandstatistieken. Netbeheer Nederland bevestigt dat “het grootste deel” van de huishoudens een slimme meter heeft.
Slimme meters zijn de randvoorwaarde; de echte winst komt met slimme sturing: EV-laders, warmtepompen en thuisbatterijen die automatisch reageren op prijs- of netprikkels.
Kansen én kanttekeningen
Kans 1 – Snellere verlichting van netdruk: prijsprikkels kunnen meteen gedrag sturen, terwijl kabels verzwaren jaren kost.
Kans 2 – Goedkoper voor iedereen: elke kW piek die je wegsnijdt, scheelt duurdere netuitbouw en dus toekomstige nettarieven.
Kans 3 – Meeliften op goedkope uren: bij veel zon of wind zakken prijzen — dynamische of ToU-contracten maken dat voordeel zichtbaar.
Kanttekening 1 – Begrijpelijkheid: de prikkels moeten simpel en voorspelbaar zijn. Onbegrip → weerstand. Daarom pleiten de RUG-onderzoekers expliciet voor eenvoudige tariefvormen.
Kanttekening 2 – Billijkheid: niet iedereen kan makkelijk schuiven. Denk aan onregelmatige werktijden of huurwoningen zonder laadinfrastructuur. De EU-regels benadrukken daarom keuzerecht en bescherming van kwetsbare klanten (bijv. recht op vast contract, duidelijke informatie).
Kanttekening 3 – Prijsrisico’s: dynamische contracten lonen voor actieve sturende gebruikers, maar vragen risicobereidheid (winterpieken). Consumentenorganisaties wijzen op die onzekerheid — goede uitleg en tools zijn essentieel.
Wat betekent dit concreet voor huishoudens?
Elektrische auto (EV)
- Capaciteitsprikkel: zet de laadstroom lager (bijv. 8–10 A) of kies voor “smart charging” dat vermogen afknijpt als andere apparaten aanstaan.
- ToU/uurprijzen: plan laadsessies in goedkope uren (veelal ’s nachts of zonnige middagen), of gebruik laadschema’s in de app.
Warmtepomp/boiler
- Laat de warmtepomp voorverwarmen buiten piekuren of vergroot de buffer (boilervat) zodat je minder hoeft te draaien tijdens dure momenten.
Wassen/drogen/vaat
- Niet stapelen. Draai niet tegelijk als je kookt of laadt. Programmeer was/droog-programma’s na de piek.
Thuisbatterij (waar aanwezig)
- Laad in goedkope uren, lever in dure (alleen zinvol met geschikte tarieven en rekening houdend met degradatie).
Zonnepanelen
- Stuur verbruik naar uren met eigen opwek (middagen). Bij negatieve marktprijzen kan slim schakelen extra voordeel geven.
Wat betekent dit voor beleidsmakers en netbeheerders?
- Kies doel en prikkel bij elkaar: is gelijktijdigheid in woonwijken de kern? Dan helpt kW-sturing(capaciteitstarief of drempel). Gaat het om systeemuren (nationaal), dan helpen ToU/CPP/RT-prikkels. De RUG/ACM-studie onderstreept dat instrumentkeuze het gedragstype bepaalt: verminderen vs verplaatsen.
- Houd het simpel en voorspelbaar: beperkt aantal prijsklassen, vaste vensters, duidelijke drempels. Complexiteit verlaagt effectiviteit.
- Bescherm kwetsbare groepen: bied opt-out naar vaste tarieven, stel bill-shields of “plafonds” voor extreme piekuren in, en zorg voor heldere communicatie. De EU-marktherziening vraagt hier nadrukkelijk om.
- Combineer met automatisering: zet in op standaard-API’s en protocollen zodat warmtepompen, laadpalen en batterijen automatisch kunnen reageren op tarief- of netprikkels.
- Reguleer eerlijk en doelmatig: voorkom windfall-profits en borg dat tariefprikkels kostenreflectief zijn: ze moeten het werkelijke knelpunt beprijzen, niet generiek inkomsten maximaliseren.
Nederland staat er niet alleen voor
Internationale literatuur en pilots bevestigen al jaren dat kritieke piekprijzen en uurprijzen verbruik verplaatsen en piekuren ontlasten. Recente Europese voorbeelden (o.a. Vlaanderen) laten zien dat capaciteitstarieven pieken drukken, zeker bij EV-bezitters. De nuance: RTP (uurprijzen) bevordert juist het verplaatsen naar uren met overschot (goedkoop of negatief), terwijl kW-tarieven direct gelijktijdigheid temperen. De kunst is die prikkels slim te stapelen.
Dynamische contracten in Nederland: opmars, maar niet verplicht
Na de energiecrisis is het aantal huishoudens met dynamische contracten gegroeid; ACM monitort dit en constateerde in 2024–2025 een toename. Tegelijkertijd maken vaste en variabele contracten een comeback: de kern is keuze en transparantie. Voor wie actief stuurt loont dynamisch vaak; wie zekerheid wil, kan voor vast kiezen.
Veelgestelde vragen
1) Is “5 kW” verbruik of vermogen?
Het is vermogen (kW): hoe veel je tegelijk vraagt, niet hoeveel kWh je totaal verbruikt. Dat is precies de parameter die het lokale net “voelt” als piekbelasting.
2) Wordt mijn rekening dan automatisch hoger?
Niet per se. Het doel is ander gedrag, niet méér betalen: door slim te plannen of pieken te vermijden, kun je juist besparen. De studie laat zien dat huishoudens hierop reageren en pieken verlagen/verplaatsen.
3) Hoe weet ik welke uren goedkoop zijn?
Bij ToU/RTP maken leveranciers dag-van-tevoren de uurprijzen bekend (in apps/inzichtstools). Zo kun je plannen of je apparaten automatisch laten schakelen.
4) En als ik níet kan schuiven?
Dan past een vast contract en/of een mild tariefregime beter. EU-regels waarborgen dat consumenten toegang houden tot vaste prijscontracten en dat leveranciers duidelijk moeten informeren.
Conclusie: “Prijs werkt” — maar eenvoud en eerlijkheid zijn cruciaal
De nieuwe RUG/ACM-studie voegt harde gedragsdata toe aan een discussie die vaak theoretisch bleef: tariefprikkels werken. Een kW-drempel tempert pieken; ToU/RTP spreiden vraag naar uren waarin het systeem ruimte heeft. In een land dat voor ~€195–220 miljard het net moet uitbouwen, is elk vermeden kilowatt piek van waarde — en voor burgers kan het, mits goed ontworpen, eerlijker én goedkoper uitpakken. De sleutel zit in eenvoud, voorspelbaarheid en keuzevrijheid: laat mensen zelf bepalen hoeveel prijsrisico ze willen lopen en geef hen de tools om slim te sturen.