Huishoudens kunnen hun investering in een thuisbatterij binnen vijf jaar terugverdienen—zelfs bij ongunstige marktomstandigheden—mits zij twee bronnen van opbrengst combineren: het verhelpen van onbalans op de elektriciteitsmarkt en een hoger eigenverbruik van zonnestroom. Dat concludeert adviesbureau Berenschot in een studie.
In het onderzoek vergeleek Berenschot meerdere verdienstrategieën voor thuisopslag. De zogeheten cross-marketstrategie, waarbij de batterij op verschillende markten tegelijk wordt ingezet, komt als meest robuust uit de bus. Zelfs in een pessimistisch scenario is de investering dan hooguit binnen twaalf jaar terugverdiend.
Wie de batterij uitsluitend gebruikt om zelf opgewekte zonnestroom op te slaan voor later gebruik, verdient de kosten vrijwel zeker niet terug, aldus het rapport. Daardoor zetten steeds meer huishoudens hun batterijen in op de onbalansmarkt, waar per kwartier de prijs wordt verrekend voor stroom die niet vooraf op de langetermijnmarkt is ingekocht.
Berenschot keek ook naar de klimaatimpact. Hoewel de productie van een thuisbatterij CO₂-uitstoot veroorzaakt, resulteert elke onderzochte strategie over de volledige levensduur in een netto emissiereductie. Batterijen laden namelijk bij lage prijzen—momenten van overvloedige duurzame opwek—and ontladen bij hoge prijzen, waardoor minder fossiele centrales hoeven bij te springen. Zo benutten huishoudelijke batterijen zonne- en windenergie efficiënter en leveren zij een structurele bijdrage aan de verduurzaming van het energiesysteem.
Download hier het rapport (PDF)
